Maandelijks archief: september 2013

De kastanjes vallen uit de herfstige bomen voor onze woonkamer

Herfst, haring, homo’s en muco

We kunnen natuurlijk niet elk weekeinde ver op stap gaan, hoe graag we dat eigenlijk zouden willen, maar er moet ook eens worden opgeruimd en schoongemaakt. Daarnaast wonen we in een fraai stadje en vlakbij Parijs.

Op zaterdag zijn we naar de stad gegaan om bloembollen te kopen voor in de bloembakken die nu in de kelder staan maar wel weer buiten kunnen hangen.

We gingen ook langs bij Bistrot Marguerite tegenover Hôtel de Ville omdat we daar op donderdagavond een Leiden’s Ontzet avond met haring en hutspot organiseren. ‘We’ zijn de Nederlandse Vereniging voor Parijs en omgeving waar Maartje al vele jaren bestuurslid is en ik sinds kort interim voorzitter ben (ik zat daarvoor in de kascommissie). De voorzitter had minder tijd en door een lichte bestuurscrisis trad de vice-voorzitter per direct af en toen werd voor een interim oplossing gekozen, ikke. Maar die vice-voorzitter zou wel het haringfestijn regelen dus ik moest wat borden in de lucht houden om scherven te voorkomen. Zo bleek opeens dat de haringen wel naar Parijs kwamen, maar dat ze van het vliegveld moesten worden opgehaald en in de vriezer van onze lokatie worden gedaan.

Met wat emailtjes en telefoontjes naar Nederland en Jordanië (waar iemand voor z’n werk was maar die persoon was wel als sleutelfiguur bij de haringzending betrokken), en met het betalen van een toch wel fiks bedrag, werden de haringen gered en voorkwam ik dat Leiden’s Ontzet tot Lijden op Toilet zou uitlopen. Maar we zijn nog niet op donderdag.

We hebben een straatdanser op het plein voor het stadhuis bekeken en de vele beelden op de voorgevel, daarna hebben we bij BHV in de kelder gekeken of er een messing lijst op de deur kan worden gezet (om beschadiging in het hout af te dekken) en daarna liepen we aan de andere kant de straat in richting van het Marais.

Nu is dat gedeelte van het Marais, bij rue du Temple en rue des Archives, het epicentrum van de Parijse homo scène en zie je vaak uitbundig uitgedoste heren rond paraderen. Die dag was er ook een geldinzamelingsactie voor een vluchtadres voor jonge homofielen die vanwege hun geaardheid door hun ouders op straat worden gezet. Dat is ook, helaas, nog Frankrijk anno nu (het op straat zetten). De actie werd opgesierd met bijvoorbeeld Mister France Leather 2012.

Op zondag gingen we naar de markt, aten we bij L’industrie en gingen we in het park kijken naar de jaarlijkse benefiet actie voor mucoviscidose, zeg maar ‘muco’ (taaislijmziekte). Er waren weer trekhonden en oldtimer auto’s waar je tochtjes in mocht meerijden. Het was droog, gelukkig. In de avond hoorden we weer de geluiden van het plaatselijke muziekfestival l’Estivale, dat ‘after party’s’ houdt in de Manège Royale, niet ver van ons slaapkamerraam…

Maartje test de druiven

Chablis, ma chère?

Maartje had een paar dagen vrijaf voor de grote drukte rondom de nieuwe economische outlook van de OESO en we hadden besloten naar Chablis te gaan. Dat ligt in het noorden van Bourgogne, minder dan 200 km van ons huis.
We hadden een gîte gehuurd in Maligny op de boerderij van meneer en mevrouw Jolly, die zelf ook wijn maken in de classificaties Chablis en Petit Chablis. De gîte was groot en schoon, ze lieten trots hun nieuwste druivenpluk machine zien voor de oogst die over een paar weken gaat beginnen. Die machine vervangt wel 40 plukkers en gaat door in de regen en in de avond.

Maligny is een klein gat met een groot château dat gerestaureerd wordt door particuliere eigenaars – momenteel een succesvolle plaatselijke wijn boer – maar vroeger woonde er adel.
Op de heenweg zijn we gestopt in Auxerre waar we een lunch hadden met Jean-Marie Marchal, een kennis uit mijn vorig leven die me heeft geholpen met verhalen in de streek. Daarna liepen we rond in de Middeleeuwse stad aan de Yonne rivier en zagen bruiloften bij het stadhuis (stijf Frans in kleding op straat terwijl door de ramen het ululeren klonk van gasten bij een paar dat kennelijk Marokkaanse of Algerijnse wortels had), en er was ook een trouwdienst in de kathedraal.
Op zondag was er in Chablis markt en we zijn naar Tonnere gereden, ook hebben we een wandeling door de wijngaarden gemaakt. Op Maandag gingen we naar het kaasstadje Epoises en reden we via het kanaal van bourgogne weer terug met een stop in Chitry waar we bij Olivier Morin wat wijn kochten.
De dinsdag hebben we gegeten in het restaurant van Daniel-Etienne Defaix, waar we ook wijn kochten, en we hebben geproefd en gekocht bij Stephane Moureau Naudet in de kelder. Moureau Naudet verkoopt zijn wijnen na twee jaar rijpen en hij is heel kieskeurig op de druiven en de selectie. Bij hem geen oogst machines maar groepen plukkers, eigenlijk liefhebbers die vakantie nemen om gezellig te plukken, te eten en te drinken.
De wijnen waren goed, ik mocht alleen maar proeven en spugen vanwege de autorit terug. We hadden de achterbank plat vanwege de vele dozen die nu nog steeds in de auto liggen.

Café Marly

Wervelwind

Er zijn stille weekeinden en drukkere dagen. Dit was een druk en vochtig maar leuke periode.
Het begon al op vrijdag toen we langs gingen bij Meelan, een collega van Maartje die in Boulogne-Billancourt woont. Maartje’s opvolger bij country studies en zijn bruid van vijf weken, plus een oude Ierse collega, waren er ook en we zijn gaan eten in haar straat bij de Bistrot de Laurent. Dat was aardig en ik heb later lang met de chef gesproken over zijn risotto (met asperges die je niet proefde en veel olijfolie en bieslook) en de wel geslaagde tonijn moot, tartaar en eendenborst.
Daarna nog even PC programma reparateur gespeeld bij Meelan in ruil voor een glas Calvados en toen naar huis.
Onze vriend Fons stond met zijn camper, en die van zijn halfbroer, in Courneuve bij het Feest van Humanité, het communistische dagblad.
Zaterdag troffen we elkaar bij Opéra en zijn gaan rondlopen. We hebben geluncht bij de Roi du Pot au Feu, leuk, zijn bij Madeleine bij de delicatessen winkeltjes gaan snuffelen, zagen mode foto’s gemaakt worden bij de Comédie Française en we hebben na een bezoek aan een bosbeheer tentoonstelling op het plein voor het Louvre in Café Marly wat gedronken en tarama en ham gegeten. Maartje maakte foto’s van de bordjes terwijl een ober aan het opruimen was. Hij vroeg of ze er een naar huis wilde nemen en gaf haar een schoon bordje in een tissue opgeborgen mee.
Daarna door de stromende regen naar de Notre Dame waar aan de quai Montobello een tijdelijke markt was van zuidwest Frankrijk. Daar kregen we cocktails met Floc de Gascogne, we kochten voor een tientje een berg slakken met knoflook, peterselie en brood en ik heb er saffraan gekocht.
Daarna gingen we naar het 15de arrondissement waar kennissen een nieuw restaurant zijn begonnen, Besamé Mucho, nadat de huur van hun Casa Palenque bij Montparnasse te veel werd voor de omzet.
Er was muziek, er waren cocktails, mojito’s en we hadden taco’s kunnen kopen maar we hadden geen honger. Met een taxi terug naar Opéra, Fons met de metrolijn 7 naar zijn camper en wij met de RER A naar Saint-Germain.
Het weekeind waren nationale monumenten dagen en allerlei gebouwen konden worden bezocht en bezichtigd, ook in ons stadje. Jimmy en Anita belde al vroeg met plannen en we begonnen de dag op de markt, zoals gebruikelijk, en met hun gingen we naar een gebouw met een Donjon (toren) beneden de heuvel van ons huis, maar dat was dicht gedurende de lunch.
Bij onze Amerikaanse vrienden hebben we toen een BBQ gemaakt en daarna, het liep toen al tegen vijven, gingen we terug naar dat huis. Dat bleek niet zo oud als het leek, het was gebouwd in de negentiende eeuw door een mijnheer Charvet die er een mengeling van stijlen toepaste. Later werd het een kuuroord, en onderdak voor adellijke Russische vluchtelingen na de revolutie, en een weeshuis van de spoorwegen. Swiss Live wilde het afbreken om op het grote terrein woningen te bouwen maar dat is na verzet van de bevolking afgeketst. De oorspronkelijke gebouwen zijn nu luxe appartementen met een grote tuin en naar beneden, waar het kuuroord, theater en zwembad waren, staat nu wel een woningcomplex. Het was leuk en interessant. Omdat het avondeten een beetje in het water was gevallen vanwege de BBQ (het was toen wel droog…) hebben we wat bij de Indiër dichtbij, Mantra, gehaald. Dat was aardig maar niet zo goed als bij Gandi Saint Pierre, maar we hadden even geen zin om in een restaurant te eten terwijl Gandi op het Saint Pierre plein naast de Engelse pub, verder weg is en we geen microwave hebben voor het eventueel opwarmen.

 

 

 

Waterlelies in het parc floral

Parc Floral de Paris

Na meer dan 10 jaar denk je Parijs toch wel te kennen. Niet dus.

Twee van onze ‘vaste’ vleesleveranciers hadden ons toegangskaarten toegestuurd voor de beurs ‘Mer et Vigne’. Deze beurs vindt elk jaar plaats in het Parc Floral de Paris. Dit park is gelegen in het Bois de Vincennes en naast het Château de Vincennes.

Dit park ligt aan de oostkant van Parijs en er is een rechtstreekse verbinding met de RER A vanuit StG. Het is een reisje van zo’n 35 minuten, dwars door Parijs heen. Of eigenlijk moet ik zeggen door een tunnel onder Parijs door. Tot onze grote verrassing ontdekten we dat het een erg mooi park is. Opgedeeld in verschillende ‘gebieden’ waaronder een vijver met waterlelies, een openluchttheater en kassen.

De beurs vond plaats in het overdekte evenementen gebouw. Na een tocht langs stands van kaas/wijn/keukenapparatuur, vonden we onze twee ‘hof’leveranciers (Allaiton voor lamsvlees en Michel Restivo met stierenvlees). Als lunch hadden we gegrilde worst met aligoté uit de Auvergne met een glas Minervois.

Na afloop hebben we een kort bezoek gebracht aan het kasteel – erg indrukwekkend. We gaan er vast en zeker nog een keertje (of twee) naar toe. Het stadje Vincennes is trouwens ook een terugkeer waard.

 

Zaal in het museum

Dichtbij en lang geleden

Op zondag, na de markt en voor de lunch, gingen we naar het Château van Saint-Germain-en-Laye.
Uiteraard lopen we er elke dag langs want het staat in het park, naast de metro en je kunt er eigenlijk niet omheen (nou ja, als je omloopt dan wel). Vanwege de kunsttentoonstelling in het park dat zogenaamd iets te maken heeft met de viering van 400 jaar sinds de geboorte van André Le Notre, de tuin architect, waren we al in de kapel en in een zaal geweest met Hille en Truus.
Nu gingen we naar binnen, het was toevallig de eerste zondag van de maand dus het kasteel, dat een museum is, was gratis toegankelijk zoals ook bijvoorbeeld het Louvre.
Maar het Louvre is bomvol, het Château niet.
We kwamen eerst op de binnenplaats waar een tentoonstelling is van oude foto’s over het kasteel.
Hoewel het een vorstelijk paleis was, heeft het vele andere gebruiken gekend.
Koning Lodewijk de Zesde bouwde een fort in 1124 om indruk te maken op de wat eigenzinnige lokale heren in de Yvelines. Lodewijk de Negende, de brave Saint Louis die in Poissy (niet ver van Saint Germain) is geboren en in Tunis sterft tijdens een kruistocht, liet het uitbreiden en liet de kapel bouwen die in 1238 klaar was.
Op 15 augustus 1346, gedurende de honderd jarige oorlog, verwoeste de ‘zwarte prins’ Edward Plantagenet (dus afkomstig van de Anjou tak) Saint Germain-en-Laye en het kasteel, met uitzondering van de kapel, terwijl zijn vader Edward de Derde met het Engelse leger Poissy bezette.
Twintig jaar later liet Charles de vijfde het herbouwen door de architect Raymond du Temple. De Engelsen bezetten het kasteel wederom van 1417 tot 1440. Wederom een halve eeuw later is het Francois de Eerste die het paleis nieuw leven inblaast. Hij trouwde met Claude de France, ondanks haar naam hertogin van Bretagne maar door haar trouwen met Frans koningin van Frankrijk, in de kapel op 18 mei 1514 en in 1539 gaf hij opdracht aan Pierre Cambiges om het kasteel te verfraaien in de renaissance stijl.
Henri de Tweede werd geboren in het kasteel in 1519. Hij liet later ook het Château Neuf bouwen, dichter aan de rand van de heuvel en met tuinen die naar de Seine afdalen.
Karel de Negende werd daar geboren in 1550 en Lodewijk de Veertiende in 1638. De Zonnekoning leefde in Saint-Germain-en-Laye van 1661 tot 1682 en liet Le Notre de tuinen het ontwerpen. In 1682 ging hij naar het nieuwe paleis in Versailles en dat is het einde van de koninklijke carrière van het kasteel.
Jacob II van Engeland woonde er in ballingschap van 1689 tot zijn dood in 1701 en zijn lichaam ligt in de kerk tegenover het oude kasteel.
In 1777 gaf koning Lodewijk de Zestiende het kasteel aan zijn broer Karel, graaf van Artois en later Karel de Tiende. Karel liet het Château Neuf afbreken om plaats te maken voor iets nieuwers. Maar daar kwam het niet van vanwege de revoluties. Hij werd nog even koning (gedurende vijf jaar, vanaf zijn 66ste) maar trad af na een nieuwe revolutionaire golf en vluchtte naar Oostenrijk waar hij op zijn 79ste stierf.
Onder Napoleon Bonaparte werd het kasteel een school voor de cavalerie. Van 1836 tot 1855 was het kasteel een militaire gevangenis. Napoleon III liet het kasteel herstellen en gaf het een nieuwe bestemming als museum voor antiquiteiten.
Met wat hiaten gedurende de eerste en tweede wereldoorlog, en de vredesbesprekingen die in 1919 tot het Verdrag van Saint-Germain leiden, hield het de bestemming van museum en later gaf André Malraux, cultuur minister onder President Charles de Gaulle, het nationale belangrijkheid.

Wat zie je daar vandaag van terug? Van alles en nog wat. Enerzijds loop je door zalen vol met voorwerpen en schatten van opgravingen uit oude tijden, met Galliërs, Romeinen, de vroege Merovinger koningen en koninginnen zoals Aregonde wiens graf tombe in Saint Denis was gevonden.
Anderzijds loop je in architectonisch interessante zalen en gangen, met elementen op het plafond of de muren, symbolen van Francois I en andere koningen.

We gaan maar een abonnement nemen!