Maandelijks archief: oktober 2013

De Møpkes op bezoek

Dit weekeinde hadden we het huis vol. Richard en Anique, met Siemen en Noortje, kwamen ‘eventjes’ een weekeindje naar Parijs. Ze waren op zaterdag vroeg vertrokken en kwamen al in Saint-Germain aan toen ik van de supermarkt terugkwam met deeg om een abrikozentaart te maken. Dat ging dus niet door, en niet iedereen had van abrikozen gehouden, dus het kwam eigenlijk goed uit. Na een korte pauze en rondleiding door de vele gangen en kamers vetrokken we naar Parijs voor een toeristische route met metro en bus.

Richard maakt foto met camera van Noortje

Richard maakt een foto met  de camera van Noortje

We begonnen bij de Arc de Triomphe en de Champs Elysées, daarna Trocadéro met zicht op de Eiffeltoren. Een brood uit het vuistje stop op de Grands Boulevards, waar Anique een Paris sweatshirt vond, en toen met een metro over de Seine naar Ecole Militaire voor een bezoek aan de toren zelf. Siemen wilde er in en op en het heeft heel wat tijd gekost hem te overtuigen dat het te lang zou duren….
Hij vond wel het ‘geo caching’ object dat bij een standbeeld lag. Er gingen veel mensen een soort garagedeur in en uit en het bleek de ingang te zijn van een groot ondergronds complex bij de Eiffeltoren met keukens en kantoren en machine kamers.
Op weg naar de RER kwamen we een optocht tegen van Cambodjanen voor de bevrijding van politieke gevangen (daar ook dus) en toen gingen we naar de Notre Dame en van daar naar de Sacré Coeur waar we door het park naar beneden liepen en Siemen zowaar een soort glazen steen vond als souvenir aan Parijs om bij zijn verzameling te zetten.
In de avond was er kip saté met pindasaus, rijst en groenten.
Op zondag gingen we klassiek naar de markt in het dorp, we hebben ook daar een verstopte “geo cache” gevonden met de GPS en scherpe ogen en gegeten in café de l’Industrie. Daarna nog even het park in op de laatste dag van de beelden tentoonstelling en toen moest het gezinnetje weer naar het noorden.
Het was leuk, ze hebben genoten en wij ook.

Kerkhof van Varengeville-sur-Mer

Weekeindje uitwaaien

De auto bracht ons weer eens naar de Normandische kust waar we een stop maakten in Varengeville-sur-Mer. Een klein gat hoog op de krijtrotsen, maar met een kerkhof met uitzicht op zee waar Georges Braque ligt begraven, met zijn vrouw Marcelle Lapre, die hij ooit als model had ontmoet.
Onze vriend Fons had daar eens mooie foto’s gemaakt.
Er is ook een grote Engelse landschapstuin maar we vonden de entree prijs te hoog voor even een wandelingetje. We hadden een tafel besproken in Auberge du Relais en hadden een smakelijke maaltijd met zeevruchten en daarna St Jakobsschelpen met appel en karamel.
Daarna reden we door naar Saint Valéry en Caux, een stadje waar we wel vaker komen en waar we een goedkoop hotel hadden besproken, maar we hebben eerst een stop gemaakt in Veules les Roses. De oesterbank was gesloten maar we hebben er een leuke wandeling gemaakt, met de regenjas aan tegen de wind.
In Saint Valéry zijn wat zaakjes gesloten en nieuwe geopend. Zo konden we in een cave Belgisch bier drinken en Pommeau en Calvados kopen terwijl we aten in een modern en nieuw restaurant aan de kade, La Criée du Pequeu. We hadden oesters uit Veules, toch nog, een een vispotje met mossel, garnaal en een zeeduivelachtige vis gezien de graat. Geen kaas of dessert in de avond.
De volgende dag was het nog steeds redelijk weer. De vissers hadden hun kraampjes nog niet opgezet toen we met de auto langs de kust naar Fécamp gingen langs dorpjes als Veulettes sur Mer en Saint Pierre en Port.

Maartje an de kust

Maartje aan de kust

Het was niet druk in Fécamp en we hebben wat langs het water en in de stad gelopen en zeevruchten gekocht voor thuis, alswel een Turbot. We kochten ook brood voor in de avond.
Daarna gingen we naar onze lunchafspraak Chez Nounoute. Een heerlijke tent, no nonsens en goed eten. Gelukkig hadden we gereserveerd want het was vol. We hadden een heerlijke vissoep en filet van Saint Pierre in een zuring/crème saus met gekookte aardappelen. Jammer dat het zo snel voorbij ging.

 

Onze verslaggever aan zee

Onze verslaggever aan zee

Ons Q5je heeft ons daarna weer vlot naar huis gebracht. Leuk, zo’n weekeindje uit. Nu de bulots en bigorneaux laten ontzanden in zout water en daarna koken met een kruidenbouquet. Onderwijl drinken we een cider gemaakt van enkel Rode appels, dat is toch een geel drankje.

 

Yeah!

De tien kilometer van Parijs

Ik heb wel eerder periode’s gehad dat ik wat aan hardrennen deed. Zoals in het bos van de Gentiaan voordat ik naar Amsterdam vertrok naar de universiteit waar ik het kroeglopen leerde.

In Londen in Richmond Park, in Parijs bij de Buttes Chaumont, in Zurich langs het meer, ik deed het wel eens maar het kon me niet echt boeien. Ook het race fietsen was aan vlagen onderhavig.
Maar het is nu als zo’n vier jaar dat ik regelmatig naar de Zweedse gym ga, Friskis et Svettis, en de laatste tijd wel drie keer per week.
Toen we pas in Saint-Germain-en-Laye woonden wilde ik weleens naar het park lopen om te rennen, maar meestal was ik al doodop voordat ik bij de poort van het park aangekomen was.

Het enthousiasme van mijn marathon rennende broer Edwin was aanstekend en ik nam het lopen weer op. Tot mijn verbazing kwam ik verder dan het begin van het park. Toen kwam het lange terras langs de rand van het park, een recht stuk van bijna twee km. Eerst half, dan helemaal, dan heen en weer, toen wat bos er bij en zo verder.

Na wat weken had ik een metertje op mijn Ipod dat me in Mei vertelde dat ik 13,5 km had gelopen (gedurende twee uur). Toen moest ik nieuwe schoenen die beter waren. Daarna kwam een GPS horloge voor nauwkeurigere metingen (waarmee ik die 13,5 km nog niet heb kunnen overtreffen) en een draagriem met kleine flesjes vocht. Ik liep gauw één tot twee keer per week, bovenop de gym. Nu heb ik ook wel tijd op het moment.

Toen kwam er een aankondiging van een 10km race in Parijs en ik schreef me in. Ik had een doel. Ik ging eerst proberen om die afstand te halen, en liep een aantal keren 12 tot 12,5 km zonder neer te vallen. Daarna probeerde ik de snelheid op te voeren want bijna iedereen liep me voorbij in het park, van de rokende beneden buurvrouw tot grijzende bejaarden. Dan heb ik het nog niet over de jeugd en gespierde zwarte mannen die als een speer voorbij kwamen.

Via Nike waren er trainingssessies waar je voor kon kwalificeren als je kon bewijzen een bepaalde afstand gelopen te hebben.
De avond dat ik meedeed bij de Nike winkel bij Bastille moest ik zes km hebben gerend en we gingen diezelfde afstand doen. Maar de start was voor mij veel te snel, en we liepen gewoon over de stoep door de drukte, dus ik hield na slechts twee km op. De hartslagmeter gaf ook aan dat ik te snel liep voor mijn doen.

Om beter te kunnen lopen had in me ingeschreven bij Challenge Coach voor een sessie persoonlijke begeleiding. Het duurde lang voor ik een antwoord kreeg. Toen werd ik gebeld door Nicolas, die zou regelen dat ik werd gebeld door Régis, maar die viel ook af en toen kwam Bula.
We maakten een afspraak voor een donderdag om te rennen in een atletiek stadion. Echter, op de ochtend van de afspraak SMSt hij af want z’n zoontje was ziek van school terug gekomen. Een week later dan…op de donderdag voor de race.
Ik kon eerst het stadion niet vinden, toen bleek het dicht. Bula kwam op een kleine step. Hij is een enorme zwarte man, type discotheek uitsmijter. Maar dan aardig. Gedurende een uur heeft hij me allerlei oefeningen laten doen in een klein stadsplantsoen naast het stadion en de renbeweging in stukken gedeeld en doorgesproken.
Ik heb betaald, hij zou me een trainingsschema mailen en me opbellen voor en na de race. Ik heb nooit meer van hem gehoord.

Die vrijdag ben ik niet naar gym gegaan maar heb ik wel mijn startnummer opgehaald en op zaterdag hebben we wat in de stad rondgelopen en licht gegeten.
Vroeg op zondag zat ik aan brood met ham en stroop, ik had bananen en een fles water in een tas en Maartje ging mee naar de start.
Daar kon ik me omkleden en wachten met duizenden mensen totdat de kinderen en de VIP renners waren gestart (en de kinderen al weer terug waren). Ik stond in het hok voor de mensen die er dachten meer dan een uur over te doen. Tijdens de laatste training op dinsdag, nog zonder loopadvies, had ik 93 minuten nodig en ik had 90 minuten als doel gezet.
Het startschot ging en een zee van zes duizend mensen met witte T-shirtjes kwam op gang.

Het was een mooi moment, we liepen richting de Opéra en ik had tranen van emotie in mijn ogen.
Die werden gauw vervangen door zweetdruppels. De eerste km ging wat stroef en het was druk maar toen ik in de rue Rivoli was werd het al minder druk omdat ik niet een van de snelste was. Volgens mijn horloge liep ik sneller dan gewoon, dus ik besloot ietsje rustiger te lopen om de afstand te kunnen halen.
Elke twee km was er een tijdscontrole waar de chip op mijn schoen een piepgeluid veroorzaakte als ik over de sensors liep. Er waren steeds minder mensen om mij heen en toeschouwers aan de kant begonnen mijn naam te roepen “Allez Marcel!” omdat ik een sticker met mijn naam op het shirt had.
Om mij heen vielen mensen af, of namen een illegale short cut. Na de Porte Saint Denis was er een stijging in de rue d’Aboukir maar ik kon het makkelijk aan, in de rue Réamur was er een stand met bekertjes water en rozijnen, lekker. Een dame liep al een tijd op mijn hoogte maar die viel opeens weg.
Toen zag ik in de verte door een zijstraat dat het peloton al bijna terug was. Ik moest nog langs de Beurs door de rue St Marc, dan rue Vivienne, dan rue des Petits Champs en weer naar de Opéra, door de rue de la Paix waar ik moest versnellen om een fotoradar te activeren.

Op place Vendôme kwam een jonge meid naar me toe rennen van Nike, met een megafoon. “Herkent u mij nog? We hebben samen getraind!” En inderdaad, zij was een leidster bij de Bastille training met de Run75Crew.
Na de sprint even terug houden, toen links af de avenue d’Opéra in en het laatste stuk naar de finish. Rechts stond een groep mensen, ook van Nike, die een erehaag voor me maakten en mijn naam scandeerden. Nog een paar meter naar de finish, ik doe een halfhartige poging er nog een sprint uit te trekken en toen kwam de piep van de laatste controle.
De klok stond op 1:23, later bleek mijn tijd 1:21:06 dus 81 minuten, ver onder de 90. Er waren niet veel mensen achter me.

Maartje stond bij de finish met haar camera en mijn spullen, daarna kreeg ik een medaille en toen was het voorbij. Nog wat fruit en koekjes, handdoek, broek aan, sweater aan, terug naar huis. De vuilnismannen waren aan het opruimen, het verkeer kwam weer op gang.
Beetje vreemd, beetje moe in de trein, lekkere warme douche thuis en daarna een lunch bij l’Industrie nadat we op de markt werden aangesproken door een visboer die van z’n kreeft af wilde en een mooie prijs maakte. Terug in het normale, beetje gek.

Later bleek dat ik als de 5,659ste over de finish ging  en dat de winnaar minder dan de helft van mijn tijd nodig had, maar die was dan ook Frans kampioen op de 5 km. Ik had dus 361 mensen achter me, waarvan wellicht 300 mensen niet tot de finish kwamen. Ik wel.

Maandag en dinsdag rust en op woensdag ging ik weer naar de gym. Binnenkort maar weer rennen, ondanks de regen.

Marché Saint Quentin

Slenteren

Zaterdag was zo’n rustige herfstdag die vraagt om slenteren in Paris.
Het was een mistig begin, vanuit ons huis zag je de mist hangen boven de Seine. De kastanjes vallen als kogels zo hard uit de bomen voor ons huis. Zie foto van ons vorige stukje.
We gingen met de RER A naar het station Charles de Gaulle Etoille. Inderdaad, voor hen die Paris kennen ook wel bekend als de Arc de Triomphe.
Maar dit keer gingen we er niet uit maar namen metrolijn 2 naar Blanche. Dit station ligt naast de Moulin Rouge.
Hier begon ons slenteren. We liepen naar boven (zeg maar, heel ruw gezegd richting Sacrė Coeur), door rue Lepic met haar verzameling aan delicatessenwinkels, schoenenzaken, traiteurs, speciale groenten en fruit uitstallingen. Ons doel was de Comptoir Colonial, een zaak bekend om haar verscheidenheid aan gedroogde pepers, wij kochten er drie pakken Bucatini picolo nr. 14, onze favoriete spaghetti van De Cecco. Verder naar rue Veron, waar we neerstreken in de bar à vin Colibri.
Wie ons regelmatig volgt op onze tochten door P. heeft hier al vaker over gelezen. Het is een klein restootje (off the beaten track, dus vrijwel onbekend in het toeristencircuit). Waar de ‘lokalen’ eten. We raakten in gesprek met een 89-jarige man, een regelmatige klant, die door verschillende mensen werd begroet. Noem het een soort sociale controle, van hee, heb je Marcel vandaag al gezien voor lunch? Marcel is een veel voorkomende franse naam…. Tegen 14.00 vervolgden we onze ‘slenter’ via rue des Abesses naar een boekhandel aan de rue Yvonne Le Tac. Terwijl Marcel er rondsnuffelde ging ik naar een 2de-hands zaakje ernaast. Dit keer was er niets van mijn gading bij.
Marcel daarentegen kwam met een gelukzalige glimlach naar buiten. Via Boulevard de Clichy begon de afdaling naar het 9de arr., we begonnen in het 18de arr. Rue des Martyrs, een straat die afdaalt richting de Opėra Garnier, maar dit keer lieten we de fraaie creatie van Charles Garnier uit 1861 rechts liggen en vervolgden onze weg via rue Lamartine en rue Lafayette naar ons ‘oude’ quartier, in het 10de arr. dat ik nog steeds een warm hart toedraag. Via rue Chabrol, waar we woonden van mei 2008 tot juni 2011, naar de grootste overdekte markt van Paris, de Marchė Saint-Quentin. Het is een magnifiek gebouw met ijzeren dakspanten en dateert uit 1835. Toen de drukke Boulevard Magenta overgestoken naar het station ‘gare de l’Est’ om de terugreis, via het station Opėra, te aanvaarden.