Maandelijks archief: januari 2014

Slagveld

Tja, het is even stil geweest op deze blog omdat we het een beetje druk hadden met het een en ander. Maartje kwam met het idee aan om naar het kasteel Champ de Bataille te gaan in Normandië. We hadden de richtingbordjes wel eens gezien en bij mijn cardioloog hangt een mooie foto gemaakt door zijn broer vanuit dat kasteel.
Maar waarom zou je een kasteel ‘slagveld’ noemen? Er zijn een aantal theorieën –- er zou in 935 een veldslag geweest zijn tussen lokale families en die slag werd gewonnen door Willem Langzwaard wiens troepen werden aangevoerd door Bernard de Deen, een voorvader van de Harcourt familie. Deze verklaring is het meest gebruikt. Maar het kan ook zijn dat de velden behoorden tot een familie Bataille, dat everzwijnen er vaak gevechten hielden of dat de naam verwijst naar een overwinning van de Harcourt familie over die van Tancarville (waarna één van de bruggen over de Seine is vernoemd).

Château du Champ de Bataille

Château du Champ de Bataille

Hoe dan ook, het was een gebied niet ver van de Seine monding en Rouen, op een hoogvlakte vol bossen en vruchtbare gronden dus het was een rijk gebied. Ene Alexandre de Crequi, een rebel een vriend van de troonpretendent Condé, wordt van het hof in Versailles verbannen door kardinaal Mazarin die de voogd was van de minderjarige Lodewijk de veertiende.
De Crequi laat een paleis bouwden in de splendeur van Versailles tussen 1653 en 1665. Maar hij gooit er zijn hele fortuin tegen aan en sterft met schulden. Zijn zoon doet niets aan het kasteel. In de achttiende eeuw wordt het kasteel aangeworven door de Harcourt familie –- het dorpje Harcourt ligt in de buurt en is een fraai stadje –- maar de Franse revolutie maakt een einde aan de nobele ambities en het gerestaureerde kasteel wordt geplunderd. Bij de terugkeer van de monarchie wordt her verkocht en kent enkele eigenaren tot het in 1944 een oorlogsgevangenis wordt en later een gevangenis voor vrouwen. Daarna, in 1947, krijgt de Harcourt familie het weer als tegoeddoening voor de vernietiging van hun kasteel Thury-Harcourt tijdens de bevrijding in 1944. Ze verkopen het weer in 1982 aan de persoon die ook de plaatselijke golfbaan stichtte en in 1992 wordt het gekocht door de architect Jacques Garcia (hotels Royal Monceau in Parijs en La Mamounia in Marrakech, het interieur van de Tour Montparnasse). Enfin, de broer van doktor Marc Sander, Eric, is bevriend met Jacques Garcia en heeft er een fraai fotoboek over gemaakt.

Het was een fraaie dag toen we er heen reden over kleine weggetjes door de velden en langs interessante kerkjes, dorpjes en kasteeltjes. Toen we er eindelijk waren bleek het kasteel dicht gedurende de winter….We hebben geluncht in Neubourg en zijn weer naar huis gegaan. Toch een mooie dag.

De dag daarna hebben we een lokatie bezocht voor het Oranjefeest van de Nederlandse vereniging waar Maartje al jareb bestuurslid van is en ik sinds enkele maanden de interim voorzitter. De zaal is in het Parc de la Vilette, waar we vroeger niet ver vandaan van woonden, en het lijkt een geschikte plek. We hebben ook een frituurkraam kunnen regelen, en een kaasleverancier, wellicht ook haring. De band is nog open…en dan moeten we ook 400 kaartjes zin te verkopen.

Op Maandag had Maartje vrij en zijn we naar mijn sport gaan eten in een nieuwe zaak, John Weng, een Asiatische brasserie, heel modern en “Londons” volgens Maartje. We hadden er een lunchbox in een grote mand ( een soort Bento, wat erg “in” is) en het was heel aardig.
Die avond een kleine bestuursvergadering van de vereniging maar het besluit over het feest hebben we nog even uitgesteld tot een andere week als er meer mensen bij zijn. De rest van de week hebben we beiden hard gewerkt. Op zaterdag hebben we in Parijs een citruspers gekocht en een nieuwe printer voor de computers en op zondag hadden we een lunchafspraak met een oud collega van Marcel, Mathieu Robbins. Hij is ook weg bij Reuters en is nu huisbaas –- zijn familie heeft geld –- en geeft cursussen journalistiek over de hele wereld voor de Reuters Foundation (nice job if you can get it…) Hij is een foodie en veelvraat en genoot op de markt en in Café de l’Industrie. Een kennis, Isabelle Lagrange, kwam ook naar ons toe en met z’n viertjes hebben we de kapel van het kasteel van Saint Germain bezocht voordat ze weer door de regen naar de RER en Parijs gingen.

Lyons-La Foret

Lyons-La Foret

Zaterdag lijkt al weer lang geleden. Het was een mooie en zonnige dag terwijl het nu regent. Dus nu ik even pauze heb denk ik even terug.
Maartje had het stadje uitgezocht want het heeft een lange historie. W zagen het af en toe aangegeven staan op de snelweg naar Rouen en verder. De Engelse koning, een hertog van Normandië in die tijd, Henri I Beauclerc stierf er in 1135. Het ligt in een van de grootste bossen van Normandië en de adel kwam er graag jagen. Richard I en Philippe Auguste strijden om het dorp en de streek of bij het Engelse Normandië of het Franse Vexin te houden. In 1436 breken de Engelsen het kasteel af. Later is er een brand die het dorp verwoest. Het wordt in de 17de eeuw herbouwd en het huidige drop heeft nog veel van die karakteristieken met vakwerk huizen en een fraaie markthal.
We reden binnendoor, niet via de snelweg, de auto zoefde gruisloos over de wegen, de radio stond aan met leuke muziek en we genoten van de tocht.
Het dorp zelf is niet groot maar aardig, één van de mooiste dorpjes van Frankrijk.
We namen de lunch bij het restaurant de la Halle en hebben daar heel goed gegeten voor een relatief schappelijke prijs. Na de middag hebben we even de Abdij van Mortemer aan gedaan en naar het kleine riviertje de Fouilebroc gekeken. We zagen een grot oorlogsmonument in het bos maar konden niet zien of vinden wat er gebeurd is. Maar aangezien het een groot bos was zal er wel veel “maquis” verzetstrijders in het bos verborgen zijn geweest en ook wel gevonden en gedood.
Terug weer via de kleine weggetjes, we werden met veel geluids geweld ingehaald door sportwagens die daarna kilometers lang steeds weer een klein stukje voor ons stonden voor de stoplichten dus hun riskant inhaal pogingen op slingerweggetjes met tegenliggers was complete onzin en overbodig. Zij namen bij Gisors de snelweg, om in de file te staan, terwijl onze GPS met verkeersdrukte indicator ons binnendoor langs de Seine naar huis leidde.

Leuk leuk.

houlgate

Normandische kusten

Zoals jullie weten, in ieder geval zij die ons ‘volgen’, gaan we regelmatig richting Normandië. Dieppe en Saint Valėry en Caux, in het departement Seine Maritime (76) zijn onze favorieten. Op zaterdag, 4 januari, dachten we laten we eens een andere kant uitgaan. Nog steeds dezelfde richting naar het westen maar voorbij Rouen, dit keer richting de chique badplaatsen zoals Trouville, Honfleur, Cabourg allen gelegen tussen de Côte de Grâce en de Côte Fleurie.

Na de kaart meer in detail te hebben bekeken besloten we ons te richten op Cabourg. Ongeveer zo’n 180 km van StG vandaan. Het heeft een Casino en een ‘Grand Hotel’ waar Marcel Proust regelmatig verbleef in de zomermaanden. We namen de A13 naar Caen.

Om nog meer van de kust te genieten, namen we de afslag vóór Cabourg, namelijk Houlgate. Het is mij niet helemaal duidelijk of je deze naam op zijn ‘Engels’ of op zijn ‘Frans’ hoort uit te spreken. We hebben er in ieder geval heerlijk langs de kust, op het zandstrand, uitgewaaid. Bij l’Ambiance, mosselen met spekjes en chorizoworst, gegeten.

En toen naar Cabourg. Een badplaats die nog veel van haar ‘oude’ grandeur heeft behouden, met haar casino en haar chique, bontjas clièntèle. Daarna verder, zoveel mogelijk langs de kust rijdend, naar Caen en haar haven Ouistreham. Vanuit deze haven is er een regelmatige veerdienst naar Southampton in Engeland.

Op de kade hebben we schelpdiertjes gekocht. En staan kijken naar het aankomend en vertrekkend verkeer. Ik houd wel van deze bijzondere bedrijvigheid.

Daarna was het huiswaarts via de ons bekende route over Rouen